Wat is UF-schuim
Hoe wordt het gemaakt, en wat zijn de eigenschappen? Het uitgangsmateriaal voor het maken van UF-schuim is UF-hars, een polymeer dat opgebouwd is uit koolstof, stikstof, waterstof en zuurstof. Het hars wordt opgelost in water met een “tenside” – een middel dat de oppervlaktespanning verlaagt.
Laat men nu dit mengsel onder druk door een schuimpistool “borrelen” dan vormt zich in het pistool een vloeibaar, slagroomachtig schuim. Vlak voordat het schuim het pistool verlaat, wordt een katalysator (in de praktijk ook wel “harder” genoemd) toegevoegd. Dit brengt een chemische reactie in het hars op gang, waardoor het stolt. Doorgaans vindt dit binnen één minuut plaats. Het verse, nog niet gestolde schuim moet binnen die tijd via in de voegen voorgeboorde gaten onder lichte overdruk in de spouwruimte worden geperst, waar het dankzij het slag roomachtige karakter gemakkelijk om alle obstakels heenvloeit en zich soepel in hoeken en moeilijk toegankelijke holten vloeit.
Omdat vochtige materialen de warmte geleiden en dus slecht isoleren, kan het verse schuim in de spouw eerst na droging isolerend werken. Het aanwezige water vindt door verdamping via de bakstenen en de mortelvoegen van het buitenspouwblad zijn weg naar buiten.
Onder normale klimatologische omstandigheden is het droogproces in 2 tot 3 weken praktisch voltooid. Gunstige weersomstandigheden kunnen een versnellende werking hebben.
Het uitgedroogde schuim heeft een fijne cellulaire structuur: 1 liter schuim bevat 5 miljoen cellen! De mechanische sterkte van het droge schuim is gering. Omdat het gaat om een schuim met een open celstructuur kan het aanvankelijk aanwezige water snel verdampen (1 cm³ schuim heeft een vrij verdampingsoppervlak van maar liefst 10 m²).
Het kan voorkomen, dat in de eerste periode na het isoleren een geur van formaldehyde wordt waargenomen. Mocht dat het geval zijn, dan is de geur in de meeste gevallen binnen enkele dagen verdwenen. Door ventileren van de vertrekken kan een en ander bespoedigd worden. Alleen wanneer de kamerzijde van de binnenmuur bestaat uit niet afgewerkt metselwerk (z.g. “schoon metselwerk”) is het verstandiger een ander isolatiemateriaal te kiezen.
Dankzij het feit, dat bij de schuimbereiding fosforzuur als katalysator wordt gebruikt, bestaat er geen gevaar voor corrosie van de spouwankers. Er vormt zich namelijk een beschermend laagje ijzerfosfaat op het metaal. Het schuim wordt niet aangetast door contact met verduurzaamd bouwhout. Zelf tast het kunststoffen niet aan, zoals leidingen van hard PVC of polyetheen, kabel mantels van weekgemaakt PVC of rubber en isolatieplaten van polystyreenschuim. Bij warmte verweekt het schuim niet. Voor schimmels en zwammen vormt het geen voedingsbodem.